Work today to change tomorrow

2 mei 2020 - Nederland, Nederland

Yolanda Adams – Never Give Up

Toen ik begon aan mijn professionele carrière, combineerde ik een baan in het onderwijs met een baan als begeleidster. Ik gaf op kantoortijden les, had soms dan nog een aantal uren vrij en draaide nachtdiensten in de zorg waar ik zelf mocht proberen te slapen. Voordat ik in een kantoor met een bed kon gaan liggen, hoopte ik altijd op twee dingen; 1. Dat ik meerdere slaapdiensten achter elkaar zou hebben, want bedden opmaken is niet mijn sterkste kant; 2. Dat de alleenstaande minderjarige Noord-Afrikanen zich vandaag een keer naar bed zouden laten sturen door een 24-jarige vrouw. Ik had de dankbare taak om de WiFi uit te moeten zetten en wanneer de druk echt hoog opliet, de stekker uit de tv te trekken en de PlayStation te ontkoppelen. Ik denk dat mijn cliënten mij niet onaardig vonden, maar soms waren ze mij nou eenmaal liever kwijt dan rijk.

Dat ik zoveel uren werkte, voelt in deze quarantainetijden als een vorig leven. Toen ik laatst mijn jaaropgave van 2018 bekeek, bleek ik zelfs een gemiddelde van 60 uren te hebben gehaald. Ondanks mijn eigen overtuigingen dat ik niemand (inclusief mezelf) tekort deed, werd ik afgelopen week herinnerd aan het tegendeel. Ik zocht samen met een ex-collega en tevens vriendin een oud-cliënt genaamd S. op om met hem te wandelen. Een zachtaardige, lieve jongen die nooit kwaad in de zin leek te hebben. Twee jaren geleden, op een donderdag, nadat ik mijn zoveelste slaapdienst draaide na dagen les te hebben gegeven, bepaalden mijn 12 lieve cliënten hun eigen bedtijden. Ik probeerde hen vriendelijk te verzoeken geen nachtelijk feest te houden, maar werd uitgescholden en uitgelachen. Na wat wanhoopskreten van mijn kant, werd ik door S. bekogeld door bananen. Mijn ratio probeerde me nog te verlokken dat het echt niet persoonlijk bedoeld was, maar ik was op. Het imago van altijd kalme “rustige mevrouw” verloor ik plotsklap en ik kon niet anders dan in huilen uitbarsten. Tot en met de overdracht in de volgende ochtend, vloeiden er tranen. Mijn cliënten waren erg geschrokken en kwamen één voor één terneergeslagen hun excuses aanbieden. Na deze nacht waren ze nooit weer oostindisch doof.

Ik vind het ontzettend leuk, maar ook lastig om banen te hebben (gehad) waarbij het directe contact met jongeren zo centraal staat. Ik weet wat ik hen kan bieden, maar kan ook kritisch op mezelf zijn wat ik ze níet kan bieden. Soms raak ik te betrokken bij de mensen die ik begeleid en lig ik er zelf wakker van. Ik geloof in professionaliteit en het belang van protocollen, maar uiteindelijk zijn we allemaal mensen en gun je iedereen een waardevol leven. Toen ik deze week carrièrevoorlichting gaf voor de Universiteit Utrecht, werd ik er terecht op gewezen dat die denkprocessen horen bij het beginnend professional zijn. Helemaal waar, alhoewel ik juist ook geloof in de kracht van onzekerheid, schaamte en overbetrokkenheid die gepaard gaat met het uitvoeren van vitale beroepen. Nog voordat de wandeling met S. afgelopen week begon, vertelde hij berouwvol dat hij altijd als hij aan mij denkt, ook aan bananen moet denken. “Echt sorry,” verzekerde hij mij terwijl hij naar de grond staarde. Zijn les was voor mij een extra bevestiging dat ik mijn emoties niet mag maskeren in het werk met jongeren. Als ik geen 1,5 meter afstand had moeten houden, had ik S. een hele dikke knuffel gegeven.

2 Reacties

  1. Nelienke Wolthuizen:
    2 mei 2020
    Zonder emotione betrokkenheid geen wezenlijk contact.En reken maar dat mensen dat voelen!
  2. Marten en tineke:
    4 mei 2020
    Ook voor ouders heel herkenbaar, de conflicten om computergebruik (of misbruik?) . Volgt S. inmiddels een computeropleiding? Mooie manier om het nuttige met het aangename te verenigen. Een ouderwetse schop onder de kont had misschien ook geholpen. Nee, mag niet, weten we.