Ik kan de wereld laten zien, dat het zo beter is misschien

18 mei 2017 - Meppel, Nederland

Abel - Onderweg 

Inmiddels ben ik al bijna weer drie weken terug in Nederland. Het heeft me dit keer niet veel tijd gekost om weer als een volwaardig burger mee te draaien in het leven van Nederland: Slechts enkele dagen na mijn terugkomst was ik alweer volop aan het werk, vrienden aan het ontmoeten en druk met het schrijven van mijn scriptie. Ik zal mijn kritische blik en onderzoekende houding van de afgelopen tijd echter niet snel verliezen.

Zo verbaas ik me over verschillende zaken in Nederland. In een restaurant vroeg ik om een doggybag, omdat Christine en ik zoveel eten hadden besteld, dat we het onmogelijk op konden krijgen. Toen de ober er erg ongemakkelijk van werd en we vervolgens geen doggybag kregen, besefte ik hoe vreemd het taboe hierop is. Het zou een taboe moeten zijn dat we 135 kilo voedsel per persoon per jaar weggooien en deze 2 miljard kilo eten per jaar vele mensen van een hongerdood zou kunnen redden. Restauranteten bevrijden van de prullenbak en het de volgende dag nog opeten, zou de normaalste zaak van de wereld moeten zijn. Ook verbaas ik me over discriminatie en racisme in het ¨tolerante¨ Nederland. Zo zat ik vanmorgen in een trein, waar veel mensen moesten staan door de drukte. Het valt me op dat er dan zitplaatsen naast gekleurde Nederlanders leeg blijven. Dat het niet om toeval gaat, bevestigen veel gekleurde vrienden van mij.

Ik mis de spontaniteit van mijn veldwerk, waarin ik continue nieuwe mensen ontmoet en er achter kom wat hen beweegt. Ik kan dit dan ook niet zo goed loslaten en beland soms spontaan met een pas geleden ontmoet iemand op een terrasje. Toen ik met mijn moeder een stadswandeling door Utrecht aan het maken was en we na enkele minuten in een diep gesprek met een dakloze waren beland, realiseerde ik me dat mijn constante nieuwsgierigheid en interesse in mensen een genetische belasting is.

Afgelopen weekend heb ik Zwitserland bezocht. Toen ik het land 23 maanden geleden met pijn in mijn hart verliet, liet ik ook een grote vriendengroep achter. Het was bijzonder om hen weer te ontmoeten en interessant om een paar dagen opnieuw deel te maken van hun levens. Ik observeerde hoe sommigen succesvolle advocaten, verkopers en PhD-studenten waren geworden en anderen (ongepland) vaders en illegalen. In de gesprekken die ik met ze had, bleek dat rijkdom allerminst gecorreleerd was aan hun gelukniveau, dat me deed beseffen dat ik nooit iemands keuzes en levenspad mag veroordelen. En hoe het leven ons ook verloopt, we waren ooit aangewezen tot elkaar doordat we op dezelfde plaats op dezelfde tijd waren. Ieders boek heeft ergens eenzelfde pagina, wat ik de rest van mijn leven zal willen koesteren door de gemeenschappelijke herinneringen levend te houden in dit prachtige land.

In een gesprek met L.R., de illegale immigrant die ik voor een schoolproject in Zwitserland volgde, gaf hij aan dat zijn leven weinig kleur kende voor hij mij ontmoette. Hij liep met veel zorgen rond en toen ik hem op straat tegenkwam en alleen al een vriendelijke glimlach gaf, voelden zijn lasten lichter. Dat onze samenwerking en vriendschap beter hielp dan elke eerder gevolgde therapie, deed me beseffen dat 1. antropologie echt wel iets kan toevoegen aan het leven van mensen, omdat mensen hun verhaal kwijt kunnen; 2. Ik de minor psychologie die voor het volgende semester gepland heb staan, door moet laten gaan en 3. ik mijn genetische belasting moet omarmen. 

Foto’s