Now we see everything that’s going wrong with the world and those who lead it

27 oktober 2016 - Utrecht, Nederland

John Mayer – Waiting on the World to Change

Inmiddels ben ik 13 weken terug in Nederland. Het is raar om te beseffen dat deze omgevlogen drie maanden dezelfde tijd is als wat me staat te wachten voordat ik weer vertrek. Ik zal mijn studie gerelateerde eindonderzoek hoogstwaarschijnlijk in Guatemala doen en behalve literatuuronderzoek, bereid ik me voor door bijna elke dag te werken. In de eindfase van mijn Bachelor studie aangekomen, krijg ik wekelijks de vraag wat ik graag wil worden. Nu schat ik altijd eerst het niveau en interessegebied van mijn gesprekspartner in om een antwoord te geven als “beleidsmedewerker voor de overheid” of “maatschappijleerdocente”, maar in werkelijkheid wil ik alleen maar mensen tevreden stellen en is mijn visie op de toekomst één grijs gebied. Totdat ik het weet blijf ik graag studeren en zal ik het met bijbaantjes moeten doen.

Zonder studiefinanciering merk ik dat het best zwaar is om rond te komen en daarom neem ik de meest vreemde klusjes aan om wat te sparen voor mijn eindonderzoek in Centraal America. Zo heb ik een dag lang in een konijnenpak deelnemers van de Amsterdamse marathon aangemoedigd. Ook heb ik afgelopen maandag gefigureerd in een Nederlandse serie die vanaf april 2017 zal worden uitgezonden. De wereld van figuratie is heel bijzonder en behalve figurant, ben ik vooral antropologische observant. Amsterdamse uitkeringstrekkers (dit is geen negatieve connotatie, maar hun zelfbenoemde positie, red.) verzamelden zich om een dag lang net als ik fotograaf, journalist of passant te spelen. Bij binnenkomst was ik gelijk al getuige van een discussie over veganisme. Een carnivoor was in een verhit gesprek geraakt met een veganist, waarbij hij beweerde dat “de beesies in de te krappe hokjes” zo zielig waren, dat ze beter maar opgegeten konden worden. De rest van de dag gingen de gesprekken vooral over “ongeschoolde Afrikaanse criminelen die teruggestuurd naar Suriname moeten worden om te integreren” en over de ervaringen van het krijgen van huidkanker als je elke dag een uur onder de zonnehemel gaat liggen. Het feit dat deze mensen bestaan was voor mij een harde confrontatie, misschien des te meer omdat ik voor hen net zo goed een type ben: in de tijd dat ik niet op de set stond was ik literatuur aan het lezen over vrouwenbesnijdenis, een taak die ik voor Plan Nederland aan het uitvoeren ben. Onze realiteiten hebben elkaar geen enkel moment gekruist.

Met mijn 25 euro cash op zak ging ik na 10 uren opgelucht naar huis. Ik ben in Amsterdam niet zo bekend als in Utrecht en terwijl ik op mijn telefoon zocht hoe ik thuis kon komen, viel een man naast een tram bewusteloos neer. Tot mijn grote verbazing ging de rest van de wereld verder zonder dat ook maar iemand deze man te hulp schoot. Naar hem toe gesneld, zag ik dat hij onder de hoofdwonden zat en hem overeind tillend, spoot het bloed op mijn handen. Ik heb hem rustig naar een café begeleid, waar de ambulance niet veel later op de stoep stond. De cafébezoekers bedankten me en de eigenaresse bood me gratis drankjes aan. “Bedankt voor het helpen van Ben,” zeiden ze. Het enige wat ik kon uitbrengen is dat je medemens helpen vanzelfsprekend zou moeten zijn, waarna ik teleurgesteld in de mensheid naar huis ben gegaan.

Ik denk dat mijn gevoel op dat moment een samenvatting is van mijn algemene perceptie van de Nederlandse samenleving. Na een tijd weg te zijn geweest uit mijn geboorteland, heb ik moeite met het aarden. Ik kan geen eten meer weggooien, omdat ik denk aan iedereen die in armoede leeft en maaltijden moet overslaan. Ik koop niet onnodig nieuwe kleren meer, omdat ik denk aan alle kinderarbeiders die in Bangladesh, Cambodja of China voor onze kleding aan het werk zijn. Bij een goud horloge denk ik aan de Boliviaanse goudmijnen, waar mensen 14 uren per dag werken in een omgeving vol kankerverwekkende stoffen en niet ouder dan 30 jaar worden. Als ik tijdens mijn werk voor de NS continue geklaag moet aanhoren van veel te verwende Nederlanders die met hun “gratis reizen abonnement” 5 minuten even geen zit plek meer hebben, denk ik aan de dankbaarheid van de passagiers in de overvolle Aziatische bussen. Met deze gedachtes in mijn achterhoofd, lijkt eigenlijk alles in Nederland alleen maar te gaan om oppervlakkige materie, geld en macht, waarbij iedereen zoveel mogelijk voor zichzelf leeft. De mensen die niet dezelfde kansen hebben worden vergeten en als groepen kwetsbaren worden geholpen, is dat ook lang niet altijd belangeloos. Internationale ontwikkelingsorganisaties of kerkelijke instituties blijken soms nog vaker “geld uit de zakken te kloppen” dan dat commerciële organisaties doen, waardoor mijn carrièredroom uiteen is gespat. Het fundament waar ik jaren veel vertrouwen uit heb gehaald is ingestort. Het allerergste is dat ik zelf mee doe met ditzelfde kapitalistische systeem door elke dag te werken. En hoe niet-materialistisch ik ook probeer te zijn, moet ik helaas bekennen te hebben gehuild toen dit weekend mijn fiets werd gestolen. Ik heb 30 uren gewerkt om 2 maanden geleden een snelle fiets te kunnen kopen waar ik met mijn 1.80 meter geen knieklachten bij krijg. Dat deze fiets, die voor mij als fietskoerier als een schaar voor een kapper is, op onrechtvaardige wijze van me werd afgenomen, stak me in mijn hart.

Vandaag sprak ik met Sisi, een Afrikaan met dreads gekleed in een koeienpak die dagelijks voor de Albert Heijn het straatnieuws verkoopt. Sisi en ik hebben elkaar leren kennen toen ik voor  één van mijn baantjes moest flyeren en we simpelweg in dezelfde positie terecht kwamen waarbij niemand onze bladen wilde hebben. Vandaag kocht ik het Straatnieuws van hem. Hij vertelde me dat het, zoals gewoonlijk, slecht ging met de verkoop. Het was 16 uur en Sisi had nog niks gegeten. Toen ik vroeg wat ik voor hem kon halen, vroeg hij om een croissantje. Ik haalde wat te eten voor hem en terwijl ik het aan hem gaf, zat een blanke bejaarde ons met een minachtend handgebaar weg te sussen, omdat we teveel op het voetpad stonden. Hoe Sisi gebakken hamburgers uit aluminiumfolie haalde en in zijn croissantje stopte, raakte mij. Waarom is het in Nederland mogelijk dat er hardwerkende mensen zoals Sisi om 16 uur nog niet hebben ontbeten? Hoe kunnen alle rijke bezoekers van de supermarkt hem dagelijks negeren? En hoe kan het dat supermarkten aan het eind van de dag nog steeds kilo’s aan eten weggooien, waar mensen zoals Sisi en ik nog gerust van zouden eten?

Ik geloof niet dat het kapitalisme, materie, macht of geld de essentie is van het leven. Al mijn teleurstellingen in het gedrag van mensen in deze egocentrische maatschappij, brengen mij altijd (terug) naar God. Ik bid dagelijks voor kracht en wijsheid, voor de juiste mensen op mijn pad. De tekenen die ik elke dag ontvang, geven mij hoop en houvast. Afgelopen zondag bezocht ik een multi-etnische kerkgemeenschap. Ik heb niet vaak zoveel culturen, maar ook zoveel liefde bij elkaar gezien. De ruimte voor diversiteit werd ingevuld met liederen in het Engels, Nederlands en Arabisch en de geloofsbelijdenis naast Engels ook in Farsi. In deze kerk wordt er niet gekeken naar de verschillen, maar naar de overeenkomsten, zoals de gedeelde liefde van Jezus. Wat buiten de kerk een utopie lijkt, namelijk liefde voor je medemens ongeacht de achtergrond hebben, werd voor even mogelijk gemaakt. Deze hemelse weerspiegeling emotioneerde me zo, dat ik door de tranen in mijn ogen de letters van de beamer niet meer kon lezen.

Ik wil niet in stilte tot de conclusie komen dat mijn idealen onbetaalbaar zijn en als een hamster in een tredmolen slaafs meedraaien in de Nederlandse maatschappij, omdat dat de makkelijkste weg is. Als mijn activisme ook maar één iemand heeft geïnspireerd morgen een dakloze te groeten of een croissantje voor hem of haar te kopen, zal mijn gebed verhoord zijn. 

2 Reacties

  1. Marten en tineke:
    27 oktober 2016
    Zo dapper dat je doorgaat met schrijven, ondanks de teleurstellingen.Eigenlijk zou je nog een jaar of tien moeten blijven geloven dat je een steentje bij kunt dragen aan een vreedzame, betere wereld. Alleen het enthousiasme van de jeugd kan ons de weg wijzen.Probeer op je eigen wijze een open oog te houden voor je medemens, want ook al lijkt het een druppel op een gloeiende plaat, het is de enige manier om hoop te houden dat het kan!
  2. Ruurd:
    28 oktober 2016
    Wat een indringend stuk Renate. Hoe somber je ook over onze samenleving bent (voel ik ook), toch gaat het om de enkele mens: Zoals de Joden zeggen "wie 1 mens redt redt de hele wereld". In jouw manier van handelen heb jij dat goed begrepen! Heb ik bewondering voor.