Money brengt problemen met zich mee

20 november 2015 - Puno, Peru

Skiezo - We moeten eten

Toen ik in Nederland was, had ik louter de gedachte dat Latijns Amerikanen warm en vriendelijk zijn. Dit subjectieve beeld was vooral gebaseerd op de zoektochten naar verloren familieleden in “Spoorloos”, waar in bijna elke aflevering wel een Colombiaan, Peruaan of Braziliaan herenigd wordt met een ter adoptie afgestaande zoon of verdwenen tante. Behalve emotioneel, zijn ze vooral dankbaar naar God en staan ze er open voor om hun voormalig kwijtgeraakte familieleden te leren kennen. Toen ik met dit romantische beeld in Bolivia kwam, schrok ik nogal van de onaardigheid en onwelwillendheid van een groot deel van de lokale bevolking. Ik heb vanaf het begin geprobeerd me goed aan te passen en te praten in het Spaans, maar velen hadden geen geduld en er werd dan ook vaak een snauw uitgedeeld. Als ik de weg vroeg in Cochabamba werd ik genegeerd of lomp ter woord gestaan, dus uiteindelijk heb ik de routes met experimenteren zelf uitgevonden. En nu zwijg ik nog over alle keren dat ik op ongepaste wijze ben opgelicht, waarbij het lijkt dat de oplichting exponentieel toenam met het blonder worden van mijn haar.

M.O., inmiddels een goede vriendin waarmee ik in Cochabamba heb gewoond, is na bijna een half jaar Bolivia aan het werk in Argentinië. Deze week had ik haar aan de telefoon, waarbij ze wel 10 keer benadrukte dat ze nog geen enkel onaardig persoon is tegengekomen. Ik moest erom lachen. Dat aardigheid een opmerkelijk fenomeen is geworden kan ik onderschrijven; ik zal hieronder mijn laatste ervaringen in Bolivia met jullie delen.

Na een nachtbus van 12 uren vanuit de jungle, gingen C.K. en ik brunchen in La Paz. We moesten even opladen van een reis die bijna iedereen met het vliegtuig neemt vanwege de gevaarlijkheid van de wegen. We gingen richting het busstation om een bus te zoeken richting Puno, Peru. We kwamen er om 7 minuten over 2 achter dat er om 2 uur een bus zou zijn vertrokken, maar – dankzij de weinige stiptheid – konden we nog mee. Dat het slechte time management in Bolivia een keer tot een voordeel uitpakte verheugde mij en daarom accepteerde ik de slechtste stoel achterin de bus, waarbij iemand deed alsof zijn zitplaats een tuinstoel was en de rugleuning op mijn schoot had geklapt. Maar… erg comfortabel had ik op de beste stoel nog niet gezeten, want er naderde in deze reis een grensovergang waarbij ik mijn illegaliteit met een boete af zou moeten kopen. Ik had zelf voor de illegaliteit gekozen, omdat de boete slechts een kwart van het bedrag is dat bij de aanvraag van een visum komt kijken. Bovendien is de visumaanvraag zo een lang proces (waarbij je zelfs je bloed aan een ziekenhuis moet afgeven voor een medische keuring en een advocaat nodig hebt die je ondersteunt bij ongeveer 12 migratiebezoeken), dat een boete betalen me de minst energie slopende keuze leek.

Tijdens mijn reis werd ik bij een vaartocht met een boot, nog vóór de officiële grens met Peru, gepakt. Met een bedreigende stem werd mij gevraagd waarom ik illegaal ben. Ik herinnerde me het eerste advies dat mijn bemiddelaar, M.D. me gaf. ‘’Vertel nooit dat je naar Bolivia komt om vrijwilligerswerk te doen, want je hebt geen werkvergunning.’’ Ik keek ze aan en vertelde met droevige stem dat een vriendin van een rots bij Toro Toro was gevallen en ik door dit ongeluk langer in het land had moeten blijven. Niet de waarheid, maar ook weer niet geheel onlogisch of irrealistisch. Het enige wat ze antwoordden was dat mijn boete ongeveer 200 BS (27 euro) zou worden. Hier wilde ik wel voor tekenen, dus ik pakte het geld uit mijn sportbeha en stond klaar om misschien wel mijn laatste illegaliteit in mijn leven af te kopen. Helaas pakten ze de kalender erbij en gingen en liep mijn boete bij elke herberekening op. Het was duidelijk dat deze mannen niet konden hoofdrekenen, want toen het bedrag opeens tot 1000 Bs (135 euro) was opgelopen, greep ik in en begon ik mijn eigen boete uit te rekenen.

Toen we tot de overeenkomst kwamen dat ik 800 BS (108 euro) moest betalen, kwamen ze met een aparte mededeling. ‘’Jouw dollars zijn op dit gedeelte minder waard dan in de rest van Bolivia.’’ Je kunt mij veel wijsmaken, maar dit was het slechtste wat ik ooit had gehoord en op dit moment van het verhaal kwam ik in protest. Inmiddels moest de hele bus op mij wachten en waren er al een paar mensen polshoogte gaan nemen. 2 medepassagiers schoten mij de Boliviaanse munteenheid voor, zodat het proces wat sneller zou gaan. Het gegeven bedrag gingen ze vervolgens in waarde stickers omrekenen, waarbij de bedoeling was dat ik dit stickervel aan de grens zou laten zien. Ze hadden helaas niet genoeg stickers en vertelden aan de buschauffeur dat mijn spullen uit de bus gegooid moesten worden en ik – nadat alles geregeld zou zijn – zelf maar met een taxi de overige 4 uren moest afleggen. De buschauffeur heeft mij het vertrouwen in de mensheid teruggegeven en geëist dat deze vervelende “policia’s” hun werk zouden gaan doen. Het werd een eindeloze discussie tussen mensen die aan mijn kant stonden en boos werden op het systeem en mensen die vonden dat ik ethisch onverantwoord bezig was. Een horde aan oude vrouwen die zich ook in de bus bevonden kwamen zich er ook mee bemoeien en hebben geschreeuwd dat ze wilden dat de bus per direct zou gaan rijden en ik beter achtergelaten kon worden; ‘’Wij zijn oud en reizen al de hele dag!’’ Mijn hart moest keihard lachen van dit typisch schouwspel, maar stiekem droomde ik van de tijd waarin ik geen enkel Spaans kon verstaan en ik de gemene woorden over mezelf kon negeren.

Ik heb duizenden euro’s bijgedragen aan de Boliviaanse economie, een deel van de bevolking geholpen met mijn tijd en kennis en me altijd netjes aangepast qua taal en leefgewoontes. De manier waarop ik behandeld werd is niet alleen respectloos, maar ook slechte promotie voor Bolivia. Door wat er gebeurde heeft de buschauffeur – die het als één van de enigen voor mij wist op te nemen – een uitbrander door zijn baas gekregen, omdat mensen door deze vertraging hun aansluiting naar Cusco hebben gemist. Ik heb met zijn baas gesproken en de lieve man snel wat geld in zijn handen gedrukt. Vlug ging ik naar de grensovergang, waarbij er herberekeningen werden gedaan over mijn betaalde bedrag. Toen ze me op denigrerende wijze vertelden dat ik dit jaar niet meer welkom ben in Bolivia en dat als ik ooit nog terug wil komen het rare stickervel mee zou moeten nemen, heb ik geantwoord met de woorden dat ik NOOOIT meer terug kom. ‘’Nooit meer?’’ vroegen ze. ‘’NOOOIT meer.’’ Het waren de laatste woorden op Boliviaans grensgebied.

 

Foto’s

2 Reacties

  1. Jet:
    21 november 2015
    Helaas wisten de policia aan de grens niet van je goedbedoelde acties over de afgelopen 4 maanden. Het gezegde "Wie goed doet, goed ontmoet" stamt uit een ver verleden. Niet meer van deze tijd. Hoop dat je een fijne tijd krijgt in Peru. En zorg dat je bijtijds op het vliegveld bent en je niet laat verrassen door onverwachte strubbelingen. Nu was jij de veroorzaker, maar je zult door iemand anders je aansluiting (vliegtuig) missen.
  2. Jan en Jolande:
    22 november 2015
    We zijn blij dat jullie nu in Peru zijn en dat de mensen daar wat vriendelijker zijn. Jullie hebben samen al weer het nodige beleefd!
    Renate, knappe blogs geschreven! Veel plezier, geniet ervan samen!
    Knuffel van ons!