Don't want no more wondering about tomorrow

2 december 2015 - Huaraz, Peru

Brian McKnight - Anytime

Eerst een verheugende mededeling. Vandaag heb ik een e-mail gekregen van de Universiteit van Granada, Zuid-Spanje. Ondanks dat ze mijn aanmelding niet hebben ontvangen, mag ik er komen studeren. Vanaf februari zal het mijn nieuwe thuishaven zijn.

Met al onze sportieve en intensieve activiteiten, is een rustdag af en toe noodzakelijk. Zo ook na de Machu Picchu. Onze spierpijn was zo hevig, dat een full body massage als een passende beloning voelde. Terwijl ik wegdroomde op de massagetafel, dacht ik na over de reisroute van de komende weken. We zullen via de kust van Peru richting Ecuador gaan en daarbij zeker wat stranden bezoeken. Spontaan kwam het in mij op om wat lichaamsbeharing weg te laten harsen en toen ik dat de vrouw in kwestie mededeelde, kon ik niet meer terug. Even later lag ik erbij alsof ik aan het bevallen was. De pijn was zo hevig, dat ik wellicht harder heb geschreeuwd dan een barende vrouw. Een korte tijd daarna werd ik omringd door 3 schoonheidsspecialistes die mij continue aanspoorden dat ik rustig moest adem halen. Achteraf ben ik blij dat ik de schaamteloosheid van mijn vader en niet de preutsheid van mijn moeder heb geërfd; ik ben weer summer proof.

Voordat we een hostel reserveren, moet het aan een aantal eisen voldoen. Alvorens we betalen, zijn wij in de machtigste positie van de onderhandeltafel. “Werkende WiFi? Een eigen badkamer? Warm water? Handdoeken?” Er wordt altijd braaf geknikt, maar in de realiteit valt het, op zijn zachtst gezegd, altijd wat primitiever uit. Ik moest dan ook lachen toen C.K. terugkwam van een restaurant toilet en vertelde dat het eruit zag als één in Nederland. “Met een echt slot! Je weet wel, zo’n slot op de deur zoals thuis!”  Ik ben er gelijk naar toe gegaan en ja, ze had gelijk. Dit was anders dan een gat in de grond. Ik zou willen dat ik de dankbaarheid voor sanitaire voorzieningen in Nederland zou kunnen behouden, maar dat gaat straks – helaas – weer heel snel normaal worden.

In supermarkten wordt reggaeton gedraaid. Het houdt me onnodig lang waar ik eigenlijk niet zoveel tijd hoor te zijn. Dat je swingend zelfs het gangpad van het toiletpapier interessant kunt vinden, is een slimme commerciële truc. Ik ben nog nooit zo kooplustig geweest.

Van Cusco naar Lima is met een bus, die 21 uren duurt, duurder dan met het vliegtuig. Het was de gemakkelijkste keuze die ik ooit in mijn leven heb moeten maken. Toen ik met 4 tassen voor de incheckbalie van de luchthaven stond, besefte ik dat ik weinig in de buurt kom van de gemiddelde backpacker. Behalve dat ik elke dag een andere outfit aan kan voor de rest van mijn reis (terwijl ik de helft van mijn spullen al heb weggegeven), zijn het kleren die ik in Nederland eveneens zou kunnen dragen. Dit in tegenstelling tot de hippies om ons heen. Ik begin wijde broeken en gebreide, lelijke lamatruien zó normaal te vinden, dat ik moet oppassen straks niet met dat soort souvenirs thuis te komen.

Dat Joran van der Sloot geen enkele glimp van zijn woonplaats kan opvangen, is mijns inziens niet spijtig. Wat we van Lima hebben gezien was bijzonder lelijk. Met een beetje haast in onze reis zijn we gelijk zuidelijk gegaan, naar Ica. Dit was de eerste stad sinds Bolivia waarin ik me onveilig heb gevoeld. Vreemde mensen kwamen spontaan naar me toe om te vertellen dat ik mijn tas voor me moest houden. Anderen vertelden “elke stad heeft slechte mensen. Maar deze stad…” Toen we aan de ingang van het hotel zaten, achter tralies en met de beveiliging van de medewerkers welteverstaan, werden we het hotel ingestuurd vanwege de kans op overvallen. Bovendien gaf het voortdurende gefluit en gejoel naar ons op straat een onprettige atmosfeer. Ik heb mijn paspoort, geld, pinpassen en telefoon weer in een sportbeha met me meegedragen.

Van Ica gingen we naar Huacachina, de woestijn. Hier heb je de mogelijkheid om je met een “buggy”, een soort jeep, tussen de duinen door te laten racen. Als je vervolgens aan de top van een duin staat, kun je er liggend of zittend op een snowboard af. Toen ik de trip ging betalen, gaf ik 100 soles. Terwijl ik de rest van het geld in mijn tasje aan het opbergen was, stond de directeur van het reisbureau opeens met 10 soles in zijn handen. “Je hebt niet genoeg betaald, je gaf maar 10 soles.” Toen ik mijn geld ging natellen, miste er 90 soles en ik ben er dan ook 100 procent zeker dat deze man een getrainde wisseltruc heeft uitgevoerd. Het was zijn woord tegen de mijne en ik heb mijn verlies moeten nemen. Het is een typisch verhaal wat past bij de manier waarop wij de hele dag door behandeld worden. Behalve in de taxi’s en hostels, gaat het zelfs mis in eetgelegenheden. In restaurants herhaal ik 3 keer de bestelling en dan nog weten ze het fout te doen; ze geven iets goedkopers als je al hebt betaald en iets wat duurder is als je nog moet betalen. In Huacachina zaten we bij een restaurant met klantvriendelijk personeel, werkende WiFi en een rekening die klopte. We hadden dezelfde verbazing en hetzelfde euforische moment als op een Nederlands lijkende toilet in Cusco. Mensen niet kunnen vertrouwen, voortdurend alert zijn en 10 keer per dag een discussie moeten aangaan maakt mij als woordvoerder erg moe. De melatonine in mijn tas zeul ik overbodig mee; nog nooit heb ik zo weinig last gehad van slaapproblemen. 

Ik ben het vertrouwen in de mensheid een beetje verloren, net als de drang om de wereld te verbeteren. Waarom zou ik nog langer al mijn spaargeld dáár stoppen waar ik alleen maar word opgelicht? “Karma comes back to them,” sprak een Zwitserse vrouw die al 7 maanden door Latijns America reist me toe. Als karma bestaat, zal het goede vast de rest van mijn leven aan mijn zijde zijn.

Het is dubbel, want ik geniet ook heel erg. Het is begin december en terwijl in Europa de eerste natte sneeuw valt, loop ik in een korte broek tussen palmbomen; het sandboarden was super gaaf om te doen, ondanks mijn zenuwachtigheid van tevoren; ik ontmoet elke dag inspirerende reizigers die me aanmoedigen bij mijn toekomstplannen; behalve het halen van de bussen heb ik geen stress en deadlines; steeds weer kom ik met mooie landschappen in aanraking; ik spreek Spaans en krijg de kansen om het meer en meer te ontwikkelen; mijn gezondheid heeft mij al 3 maanden niet in de steek gelaten; C.K. en ik hebben nog steeds geen ruzie gehad; ik heb het constante besef hoeveel zegeningen ik kan tellen. Maar het meest geniet ik van alle hordes taxichauffeurs die ons bij elk busstation achtervolgen en hun diensten schreeuwend aanbieden. “Het is net Finding Nemo, met de scène van de ganzen op het bootje,” zegt C.K. dan. En ik lach, niet wetend waarover het gaat.

Foto’s