A doggy is nuttin’ if he doesn’t have a bone

8 december 2015 - Cuenca, Ecuador

Baha Men – Who Let The Dogs Out

Bij aankomst in Peru kregen we behalve een stempel in ons paspoort, een migratiekaartje mee. C.K. was dit kaartje verloren in Machu Picchu en bij de naderende grensovergang leek het ons slim om actie te ondernemen. We werden van het toerismekantoor naar de politie en de bank gestuurd. Bij de bank kochten we een of andere voucher, waarna de officiële aangifteprocedure volgde. We hadden een politieofficier van onze leeftijd voor ons, die vriendelijk en behulpzaam te werk ging. Hij vertelde dat hij in het politierapport schreef dat we het papiertje op het strand van Mancora waren verloren en daarnaast loog hij over de aangiftedatum. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat we minder problemen aan de grens zouden krijgen. Niet meegerekend dat we ons eigen politierapport in een internetcafé moesten printen (“de inkt is op”) verliep alles bijzonder professioneel. Hij gebruikte zelfs Google Translate, zodat hij met C.K. kon communiceren en ik me niet steeds hoefde te bemoeien met de aangifte. We gaven de politieofficier een fooitje om een ijsje van te kopen, maar hij wilde het niet aannemen. Hij zei dat geld niks voor hem betekende en hij liever een vriendschap heeft. Hij pakte zijn Facebook erbij om ons toe te voegen en gaf te verstaan dat hij voor altijd contact met ons wil houden. We waren de deur nog niet uit of we hadden al een bericht in ons postvak. Dat we zo knap zijn en of hij onze telefoonnummers ook mocht hebben… Ik begin langzaam te snappen waarom de politie weinig serieus genomen wordt en niemand van de bevolking er vertrouwen in heeft.

Een bijkomend probleem van de laatste dagen Peru waren de veel te veel gepinde soles. Aangezien Ecuador Amerikaanse dollar als officiële munteenheid hanteert en er zoveel vals geld in omloop is dat we niet op elk wisselkantoor konden vertrouwen, hadden we een luxeprobleem.  “Laten we één avond geen skere backpacker zijn, maar decadent doen. Vanavond wil ik naar een restaurant waar we geserveerd worden door een man in pak,” zei C.K. Ik stemde ermee in en een uur later stonden we allebei in de cocktailjurkjes die we ook op onze examenuitreiking aanhadden. Helaas was het meest luxe restaurant dat we konden vinden een strandtent met een serveerder die alleen een heupbroekje aanhad en zijn borst gesierd had met tattoos. We kregen een Engelse menukaart, maar moesten vervolgens de bestelling in het Spaans vertalen. Toen ik 10 keer had verteld dat “chicken” geen vis, maar kip is en de ober het nog steeds niet begreep, zijn we bijna uit frustraties weggelopen. Dat hij de straathonden die om onze tafel krioelden rennend ging verjagen, gaf hem net genoeg credits om ons te doen blijven.

De straathonden waren er in overvloed en C.K. en ik maakten er een wedstrijd van. Hoeveel straathonden gaan we zien onderweg naar huis? Ik onderschatte de hoeveelheid telkens weer. Deze honden leken een beetje op de foute Peruanen op scooters, die ons volhardend achtervolgden. In hun laag ingesneden shirtjes en met hun petjes, lang krullerig haar en gouden tanden hebben ze zich allemaal afgevraagd wat we in de avond gingen doen. Behalve deze misplaatste surfdudes, zijn we behoorlijk wat mensen tegengekomen die we in onder andere Huacachina en Huaraz ook hebben ontmoet. Bovendien 2 tokkie Nederlanders, die achter ons liepen tijdens de zware klim van de Machu Picchu. Ze spraken hardop roddelend uit dat ze “spijt hadden dat ze niet eerder waren vertrokken, omdat ze nu achter 2 boomstammen moesten lopen.” Hierop zei ik dat ze ons wel mochten inhalen, waarop ze rood werden en zeiden dat het niet over ons ging. Elke keer wanneer deze jongens ons tegenkomen, verschieten ze weer van kleur.

Van Mancora (Peru) zijn we naar Cuenca (Ecuador) gegaan. 2 aardige homoseksuele Amerikaanse mannen reisden met hun baby (lees: een klein hondje) in een tas. Het was niet de eerste keer dat ik tussen de dieren in een bus zat. We maken ook mee dat er kippen en cavia’s – de lekkernijen van Peru – worden meegenomen aan boord. Iets wat in de Arrivabus van Heerenveen naar Groningen nogal ondenkbaar is. De grensovergang van deze reis ging weer niet zo soepel, ondanks het officiële politierapport als compensatie van de verloren migratiekaart. In mijn beste Spaans heb ik ervoor moeten zorgen dat we niet elke keer opnieuw in de rij werden gestuurd en C.K. toch nog met een stempel in haar paspoort de periode in Peru kon afsluiten. 

Toen we heel vroeg in de morgen aankwamen in Ecuador, schrokken we een beetje. De prijzen van hostels zijn meer dan 2 keer zo hoog als in Peru en toen we probeerden te onderhandelen, werden de deuren voor ons dichtgeklapt. De cultuurshock werd groter toen we geen straathonden en geen gaten in de weg of loshangende stoeptegels zagen. Er zijn bushaltes, prullenbakken en prijzen bij de winkels. Onofficiële taxi’s hebben we nog niet kunnen vinden, maar daarentegen moeten autobezitters wel parkeergeld betalen en hangt er in elke publieke ruimte een beveiligingscamera. Stoplichten hebben hier een functie en niemand zit voortdurend of onnodig te claxonneren. Maar de grootste cultuurshock is de aanwezigheid van donkere mensen en Lipton Ice Tee Green; het verlangen om terug naar huis te gaan is verdwenen.

 

Foto’s

1 Reactie

  1. Jet:
    9 december 2015
    Gelukkig is je ticket naar huis geboekt! Prachtige blog weer. Van die alledaagse dingen waar jij een humorvolle blog van maakt.