Yo no sé si soy para ti, si serás para mi

8 september 2015 - Cochabamba, Bolivia

Luis Enrique - Yo no sé mañana

Nu ik me niet meer oncomfortabel voel om lange gesprekken in het Spaans te voeren, sta ik meer open voor Boliviaanse vriendschappen. Sterker nog, ik vind het leuk dat mijn Spaanse skills niet alleen door de talenschool en het project, maar ook door mijn sociale leven verbetert.

In Parlana was ik A.S. tegengekomen. Een meisje dat erg graag bevriend wilde worden, want dit benadrukte ze meerdere malen. Toen ze me in het weekend uitnodigde om wat te eten of te drinken, nam ik dit aan. Ze kwam Tuesday binnen met Negrita (‘’Zwartje’’), haar ‘’baby’’. Ons bezoek aan het restaurant was kort en krachtig, want A.S. moest even een vriendin oppikken. Ze stond erop de hele rekening te betalen en daarna gingen we naar haar – voor Boliviaanse begrippen veel te mooie – auto. Ik moest Negrita op schoot houden. Door alle straathonden heb ik een fobie gekregen voor alles wat kan blaffen, maar schoothondjes met kleren kan ik nog nét accepteren. ‘’Wat is het lievelingseten van Negrita?’’ vroeg ik. ‘’Kipnuggets vindt ze het lekkerst,’’ zei A.S. ‘’De kipnuggets van Panchita?’’ (…) Nog nooit was het zo makkelijk om iemand het gevoel te geven geïnteresseerd te zijn.  

Die avond hadden we Sex And The City avond, samen met haar beste vriendin. Er werd een bak ijs en goede wijn besteld. Beide dames hebben vriendjes uit Zwitserland, het land dat ze nog nooit bezocht kunnen hebben. Ik werd het hemd van het lijf gevraagd. ‘’Zijn de vrouwen daar eigenlijk wel aardig?’’

De volgende dag gingen we naar P.A., een gemeenschappelijke vriendin van ons allen. P.A. heeft mijn beeld van de gemiddelde Boliviaan geheel op zijn kop gegooid met het hebben van 4 wc’s in haar huis. We hebben opnieuw zitten wijnen, dit keer bij het privézwembad op het dak van haar appartement. Ik denk dat exotisme ons verbind. Ik ben interessant als Europeaan en zij zijn interessant als Latina’s in de top van de piramide.

Dat de verschillen tussen rijk en arm erg groot zijn, merkte ik de volgende dag gelijk weer. Ik heb in de keuken geholpen op mijn project, samen met een cholita, een inheemse Boliviaanse. Met alle middelen die ze bij het project hebben wordt er geroeid. Toen ik vervolgens kinderen naar huis begeleidde, besefte ik dat hun huis even groot was als de garderobe kamer van P.A. of de make-up kamer van A.S. Toen ik even later in een restaurant eten at wat ik niet weg kon krijgen, kwam er een arme vrouw om geld vragen. Ze kreeg mijn eten mee in een zakje. Ik heb nog nooit iemand zo blij gezien.  

Ik voel me vaak dubbel, schuldig en verdrietig over de verschillende levensstandaarden hier. Het enige wat ik kan doen is mezelf blijven en proberen de minder-geprivilegieerden zo goed mogelijk te helpen. En als ik daardoor écht even ontspanning nodig heb, kan ik altijd nog in het privézwembad van P.A. gaan zwemmen.

Foto’s