What doesn't kill me makes me stronger

12 februari 2013 - Nha Trang, Vietnam

Kelly Clarkson - Stronger 

Mijn slechtse eigenschap is dat ik mijn energiemeter vaak overschat. Mijn programma's zijn te druk en ik neem te weinig rust. Bovendien eet ik ongevarieerd. Het Cambodjaanse eten was zo vies, dat ik veel maaltijden kale rijst at. Zowel mijn lichaam en geest zijn verwaarloosd en die klap kwam in de bus van Cambodja naar Vietnam. Ik was Vietnam nog maar net binnen en viel flauw. Ik viel niet lang weg, maar lang genoeg om niet meer helder te kunnen nadenken. Ik heb een man op de knieën geklopt en gezegd dat ik me niet goed voelde. Ik voelde me zo misselijk, dat ik niet meer in het Engels kon nadenken. Deze man begon me in te smeren met tijgerbalsem en gaf me een hoofdmassage. Ook kreeg ik water en snoepjes. Gek genoeg hielp het. Helaas niet voor lang. 
Aangekomen bij het hotel heb ik de hele middag op bed gelegen en de citytour door Ho Chi Minh moeten missen. Mijn koorts was zo hevig, mijn temperatuur zo hoog en mijn hoofdpijn zo aanwezig dat ik het gevoel had dat ik dood ging en niet meer kon vechten. Dit klinkt overdreven, maar op dat moment voelde ik me echt zo. Mijn tourgids maakte zich ernstige zorgen en wilde met me naar het ziekenhuis. Ik dacht terug aan mijn ervaring met een Aziatisch ziekenhuis en dat was genoeg om te doen alsof ik me steeds beter voelde. In Turkije moest ik in een ambulancetaxi, omdat ik dacht dat ik blind ging raken. Achteraf waren oogdruppels genoeg om het rood uit mijn ogen te verwijderen, maar het ziekenhuis maakte alles erger dan het was. 
Normaal gesproken ga ik graag alleen op pad, omdat het me altijd leidt tot bijzondere ontmoetingen en gekke gebeurtenissen. Ik verwachtte dat georganiseerd reizen bezoekjes aan de jungle en mensen zonder benen in de weg zou staan, maar ik kom nu ook op plaatsen die ik zelf nooit zou hebben uitgezocht. Zo begonnen we de tweede dag met een bezoekje aan een megagroot attractiepark. Ik was nog steeds niet fit, maar net fit genoeg om het programma mee te draaien. Ik moest sterk zijn. Vietnam is het land waarover de meeste mensen alleen in de geschiedenisboeken kunnen lezen en mij was het gelukt om het land binnen te komen. Ik moet er volledig van genieten. 
Elke persoon van onze groep kreeg in het park een rood petje op om herkenbaar te zijn. Ik voelde me alsof ik op schoolreisje was in de Efteling. Met mijn blanke huid en blonde haar was ik een attractie op zich en kwamen er af en toe mensen bij me staan voor een foto. Nu maken Aziaten echt overal foto's van, dus accepteerde ik het. Mijn groep bestaat uit 20 Cambodjanen en er is al meerdere keren benadrukt dat ik blij moet zijn met de tourgids. Zijn Engels is te begrijpen en hij zorgt goed voor me. Er is ook een man in de groep die tot het einde van de oorlog in Cambodja heeft gewoond en daarna naar Canada is verhuisd. Iets zegt me dat hij een inspirerend levensverhaal heeft, maar ik ben niet fit genoeg om ernaar te vragen. Als ik beter ben ga ik hem interviewen. 
De rest van de dag brachten we in de bus door om van Ho Chi Minh naar Dalat te reizen. Vietnam heeft veel bergen en is meer ontwikkeld en schoner dan Cambodja. 
We kwamen in een restaurant met aquaria vol vissen. Zittend aan het tafeltje konden we toekijken hoe de vissen gevangen en geslacht werden. Een paar minuten later stond het voor mijn neus. Voor Aziaten is zulke verse vis smullen en genieten, maar ik had er een uur lang kippenvel door. Ik schaam me een beetje voor mijn eetgedrag. Ik kan nog gerust een opmerking maken dat de spaghetti een beetje droog is, waarop ik als antwoord krijg dat het noodles zijn. Bovendien weiger ik vis te eten, pluk nog steeds de pitten uit een watermeloen en kan na al die maanden Azië nog niet met stokjes overweg. Gelukkig houdt de tourgids me in de gaten en biedt hij me bij elke maaltijd een vork aan. Mijn tourgids vertelde me dat ik beter niet mee kon gaan naar de markt, omdat hij bang was dat hij me kwijt zou raken. Hij had liever dat ik dit half uur in de bus zou blijven. Hij sprak mijn gedachtes uit en daar werd ik bang van. Hoe kan het dat hij me na één dag al zo goed kent? 
Er is nog een tourgids bij en toevallig komt het zo uit dat ik in elk hotel bij hem op een kamer moet slapen. Ik begin het een beetje frappant te vinden dat uitgerekend ik altijd een kamer met een man moet delen. Nu zijn mannen niet vreemd voor me, want mijn gezin bestaat uit 3 en ik heb meer jongens- dan meisjesvrienden, maar toch, mijn herinneringen aan de nacht met Andrew maakten me bang. Gelukkig kon deze man zijn mond houden en is het nachtlampje het enige waarover we hebben gecommuniceerd. 
Het is heerlijk om niet meer als geldbron te worden gezien. Nog niemand heeft gesmeekt om geld of eten, iets waar ik in Cambodja helemaal gek van werd. Ik denk dat mensen in Vietnam rijker zijn en de schaamte om te schooien groter is. Wat ik zeer bijzonder vind is dat ik de enige blanke persoon ben die ik tot nu toe in Vietnam heb gezien. In Thailand stikte het van de westerse mannen, in Laos van de backpackers en in Cambodja waren er bij de musea veel toeristen aanwezig. In Vietnam zijn alleen maar Aziaten. 
We begonnen de dag met een ontbijt. Ik moest 6 uur klaar staan in de receptie en toen ik 10 minuten later nog steeds in mijn hotelkamer was, werd er op mijn deur geklopt. Achteraf gezien zeer belachelijk, want het ontbijt begon pas om half 8. 
Als ik in mijn eentje culturele activiteiten bezoek, ga ik meestal naar informatieve musea of naar een plek waar kunst te bezichtigen is. De Cambodjanen waarmee ik reis, houden van attractieparken en bloementuinen. Het laatstgenoemde was het eerste dat we gingen bezoeken. Om de 5 minuten werd er op mijn schouder geklopt en moest ik poseren voor een foto. Alsof ik een beroemdheid ben, beginnen sommigen te trillen, anderen te blozen en ook het weggeven van eten en drinken in ruil voor een foto is voorgekomen. Het is schattig om te zien en ik doe er graag aan mee. De tweede activiteit was een proeverij met VIetnamese specialiteiten en hapjes. Daarna gingen we weer naar een park met beelden en bloemen. Om me heen zag ik de prachtige bergen en natuur van Vietnam, het is een mooi land. Het is ook het schoonste Aziatische land dat ik tot nu toe heb gezien. 
Na de lunch bezochten we een paleis. Kijk, dat is nou mijn ding. Ik mocht in Vietnamese klederdracht op de troon zitten. Verder heb ik deze middag door de bergen en tussen de watervallen door gerodeld en in een kabelbaan gezeten. Het deed me denken aan de avontuurlijke kampeervakanties met het gezin, die we altijd in Frankrijk, Zwitserland of Denemarken doorbrachten. Mijn ouders beseffen niet wat voor passie ze mij hebben laten ontwikkelen sinds ze mij als kleintje in een kabelbaangondel en rodelbakje stopten. Ik kan het gerust een hele dag doen om te genieten van de bergen en het water. Inmiddels ben ik in Nha Trang. De dagen zijn intensief, maar de hotelbedden luxe. 
Uit elk land wil ik een bijzondere souvenir meenemen. Nu ik nog een week in Azië ben, begint de tijd te dringen en mijn reistas voller en voller te raken. Zoals het nu lijkt zal ik ernstig overgewicht hebben, dus ben ik al begonnen met kleren weggeven. Het spijt me als jullie de draad van mijn verhaal kwijt zijn, dat ben ik namelijk zelf ook. Ik ben nog steeds niet fit en mijn hoofd werkt niet voor 100%. Ik denk dat ik toe ben aan aardappelen met bloemkool en boerenkool.