Things will never be the same

24 december 2012 - Pattaya, Thailand

Tupac - Changes 

Sommige mensen vragen me of ik kerstmis vier. Ik snap de vraag, want voordat ik naar Thailand vertrok heb ik me dat ook afgevraagd. Nu snap ik wat God bedoelt met ‘maak je geen zorgen over de dag van morgen’, want ik heb hier meer kerstfeesten gehad dan in de afgelopen 18 jaar bij elkaar. Soms leek het bijna een wedstrijd wie het beste kerstfeest organiseerde; van armoede niks te merken. Ook al waren er soms honderd mensen en was ik de enige die geen Thai sprak, ik miste geen enkel feest. 
Donderdag organiseerden we een feestje voor de prostituees die Engelse lessen volgen. Ik moest eigenlijk op de kinderen passen, maar kon even weg om erbij te zijn. Het leek me goed om mijn gezicht te laten zien, want ik heb respect voor de vrouwen die komen opdagen en wilde dat graag laten merken. Er was een speciale maaltijd voor ze klaargemaakt: soep met kippenpoten. Ze aten het vel van de poten en gooiden het bot weg. Als lynxen die konijnen vermorzelen. Ze kregen cadeaus en hoorden het kerstverhaal. Het ontroerde ze en dat ontroerde mij. 
De volgende dag organiseerden we hetzelfde, maar dan voor alle prostituees uit de straat. We deelden aan honderden vrouwen fruit uit en gaven veel cadeaus weg. Ik had graag gezien dat de vrouwen langskwamen, maar ze moesten werken en dat was de reden dat we naar de vrouwen toegingen. 
Vandaag was er een kerstmisfeest in Tamar Center. De Thaise bevolking leefde in een droom en ik in een nachtmerrie. Ik had toegezegd voor 40 mensen een aardappelmaaltijd te gaan koken, maar had nog nooit in mijn leven een schilmes aangeraakt. Uiteindelijk heb ik kaas-aardappelenoverschotel gemaakt en vond iedereen het lekker. Thank God. 
In Nederland zou ik een arme student zijn, hier voel ik me nog rijker dan de koning. Ondanks dat ik geen douche en steeds minder vaak stromend water heb. Ik ben gezond, draag elke dag schone kleren, heb de mogelijkheid eten voor mezelf te koken, leef in een veilige gemeenschap en ben in staat anderen te helpen. En dat laatste zie ik als een serieuze taak. Als een moeder Theresa deelde ik dagenlang voedsel uit aan bedelaars en zwervers. Soms kocht ik het eerste eten wat ik zag en wist ik zelf niet eens wat ik gaf. Eén slechte ervaring heeft me aan het denken gezet. Ik liep langs een zwerver toen ik op weg naar huis was. Ik zag hem bedelen en kon hem niet zo laten zitten. Ik ging naar hem toe en gaf hem de spaghetti die ik de volgende dag van plan was te eten. Het was een tweepersoonsmaaltijd en hoopte hem gelukkig te maken. In plaats van bedanken vroeg hij om geld en water. Beide had ik even niet bij me en dat maakte hem boos. Hij riep de eerste de beste straathond bij zich, leegde de zak met spaghetti voor zich en liet de straathonden het opeten. Voor mijn neus. Mijn hart brak. Ik heb al maanden niet meer gehuild, maar hier kreeg ik de tranen van in mijn ogen. Een stemmetje in mijn hoofd herinnerde mij eraan wat ik altijd tegen mijn moeder zei. ‘De tijden van ‘wie goed doet, goed ontmoet’ zijn allang voorbij.’ Toch merk ik wel dat ik veranderd ben. 5 weken geleden had ik waarschijnlijk op hem gespuugd, maar nu kon ik alleen maar voor hem bidden. 
Wonen tussen de locals vind ik geweldig. Het is soms lastig communiceren, maar dat zorgt er wel voor dat ik veel te lachen heb. Mijn huisgenoot Tum vroeg of ik wilde handwassen. Ik zei dat ik de wasmachine van de buren al had gebruikt. Nee, dat bedoelde ze niet, ik moest meekomen. Ik werd op een stoel geplaatst en moest mijn handen uitstrekken. Ik begon langzaam te snappen dat ze letterlijk handen wassen bedoelde. Met een blok zeep en een tandenborstel roste ze mijn handen schoon. Daar zat ik dan, buiten in mijn ochtendjas, met uitgestrekte handen, toekijkend hoe ik werd gewassen met een tandenborstel. 
Ik merk dat ik als blanke word gediscrimineerd. Als ik op de markt iets wil kopen en naar de prijs vraag, komt er een grote rekenmachine bij. Ze doen alsof ze de prijs voor me gaan berekenen. Elke keer stoor ik me aan dit toneelstuk. Ten eerste weten ze zelf allang hoeveel de minimum vraagprijs is en ten tweede valt het altijd negatief voor me uit. Uit principe koop ik alleen nog iets als ik niet hoef af te dingen. 
Tamar Center is anderhalve week gesloten en dat geeft mij de mogelijkheid door Thailand te reizen. Ik heb in de planning naar Isaan te gaan met een groep meiden. Dit is het armste gebied van Thailand. Morgen moet ik 7 uur in de morgen klaar staan en zal ik een busreis maken van 8 uren. 
Een paar dagen aan het strand doorbrengen is voor mij ook geen straf. Ik vind het alleen vervelend om alleen te zijn, omdat oude mannen dan tegen me praten alsof ik een VVV-medewerkster ben. Even spookte het door mijn hoofd om me niet meer te scheren, maar de schaamte wint het van de wil om onaantrekkelijk te zijn. Als iemand een betere tip heeft houd ik me aanbevolen.